Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.
- Maria en Jozef woonden in Bethlehem en gingen naar Nazareth.
- Maria en Jozef woonden in Nazareth en gingen naar Bethlehem.
- Maria en Jozef gingen op reis om vakantie te houden.
- Jezus werd geboren in de herberg waar Maria en Jozef mochten slapen.
- De wijze mannen kwamen uit het oosten naar Jezus.
- De wijzen hadden geschenken: goud, wierook en mirre.